Liggen de kansen voor de Veluwe in Amsterdam?
Voor de gebiedsopgave Veluwe is Martin Boisen betrokken als adviseur van het Sprintteam. Hij schuift aan bij de werkateliers, werkt samen met bureau NOHNIK aan het concept van het Veluws Recreatief Netwerk en denkt na over de ‘merkarchitectuur’ en het ‘marketingconcept’ van de Veluwe. Marketing is een vak waar we allemaal een beetje verstand van hebben en dus gaat de redactie van Nieuwsbrief Veluwe-op-1 bij Martin langs om wat verwachtingen te controleren.
Overschot Amsterdam
Er komen meer toeristen naar Amsterdam dan de stad aan kan en dus zoekt Amsterdam al jaren naar manieren om ook buiten de stad zelf de toeristen het gezochte vertier te brengen. Ligt daar niet een kans voor de Veluwe? De toeristen zijn er zo en ze kunnen bij ons veel meemaken? Martin Boisen: “In de afgelopen jaren ben ik regelmatig betrokken als adviseur voor het project ‘Amsterdam Bezoeken, Holland Zien’ die als opdracht heeft om de internationale verblijfsbezoekers in Amsterdam te verleiden om ook een bezoek te brengen buiten de stad.
Dit is lastiger dan het lijkt, want de gemiddelde verblijfsduur is minder dan vier nachten. Van de 8,7 miljoen internationale verblijfsbezoekers in 2015, bezochten 1,6 miljoen ook een bestemming in de regio rondom de stad – met Zaanse Schans en Volendam als meest populaire bestemmingen. Op basis van grootschalig onderzoek uitgevoerd door Amsterdam Marketing stellen we vast dat de meeste dagtochten zo’n vijf uur in beslag neemt – inclusief de reistijd. Dit beperkt het gebied dat kan profiteren van deze doelgroep aanzienlijk – zeker wanneer je bedenkt dat de meeste dagtochten worden ondernomen via het openbaar vervoer! Meestal wordt het avondmaal ook alweer genuttigd in Amsterdam zelf. In termen van bestedingen is dit belangrijk omdat de hotelkamer en de avondmaaltijd verreweg het meeste geld opleveren voor de recreatiesector. De enige trekpleister op de Veluwe die echt profiteert van de overschot aan toeristen uit Amsterdam is het Kröller-Müller museum. De touring operators uit de hoofdstad brengen graag cultuurminnende bezoekers hiervoor naar de Veluwe. Maar ze komen voor de kunst en niet voor de natuur. Dus als er grote kansen voor de Veluwe in Amsterdam liggen, zijn dan eerder de Amsterdammers zelf die de drukte in hun stad willen ontsnappen.”
Vliegveld Lelystad
Schiphol zit aan het plafond qua vluchten en vliegveld Lelystad wordt ingericht als uitvalsbasis. Lelystad ligt dichter bij de Veluwe dan Amsterdam. Kunnen wij niet klaar staan met bussen om de reizigers te ontvoeren richting de Veluwse wandelpaden en landgoederen? Martin: “Ook daar zou ik niet veel van verwachten als het gaat om internationale bezoekers. Lelystad hoort bij Schiphol en als Schiphol haar zin krijgt wordt de luchthaven ontwikkeld voor charter- en low-budget vluchten. De toeristen die aankomen op Lelystad zullen gebrand zijn om naar hun bestemming te komen: retourtje Amsterdam. Ik kijk met belangstelling naar de ontwikkeling van de plannen, maar de echte kansen voor internationale bezoekers liggen bij de nabije markten in Duitsland en België. Mensen die met de auto komen.“
De kansen liggen dichter bij
Waar moeten we ons op de Veluwe dan op richten? Martin: “Ik snap dat wat ik nu zeg minder spectaculair en verleidelijk klinkt, maar wat mij betreft liggen de échte kansen veel dichter bij huis. Als we kijken naar de huidige bezoekers van de Veluwe, zijn dit voor een groot deel dagbezoekers, waarvan een zeer groot deel uit de regio zelf komt. Bewoners dus. Zelfs wanneer we kijken naar verblijfsbezoekers – die veel lucratiever zijn dan dagbezoekers – komt een groot deel zelfs uit Gelderland. Exacte statistieken hebben we nog niet, maar de schattingen liggen rond de 60%. Daarbij komt dan eerst verblijfsbezoekers uit de andere elf provincies, en dán pas de buitenlandse verblijfsbezoekers.”
En hoe verzilveren we dan de kansen die dichtbij huis liggen, volgens jou? Martin: “Ik pleit voor een vraaggerichte benadering waarbij we meer te weten moeten komen over hoe de huidige bezoekers de Veluwe beleven. Wie zijn ze? Wat zoeken ze? Wat vinden ze? Wat is goed en wat moet beter? Ik verwacht daarom dat het antwoord op deze vraag eerder zit in het verbeteren van wat er al is. De Veluwe is een prachtig gebied en als we dat beter willen benutten, moeten we ons niet blind staren op Amsterdam of Lelystad, maar de mouwen opstropen en werk maken van hetgeen nog beter kan. Zo komt de Veluwe volgens mij weer op één.”
Martin Boisen werkt aan de Veluwe vanuit het bedrijf BOISEN: For the Love of Place.